Project branden

Hier kunt u uw slideshows met hun selectiemenu branden op dvd, Blu-ray Disc of AVCHD. Alle fotostory's die in het project zijn geladen worden meegenomen. Als u enkele van de geladen slideshows wilt verwijderen, moet u teruggaan naar de 'Photostory' interface en daar de fotostories uit het project verwijderen.

Klik op de knop Branden .

1	Weergaven: hier kiest u uit de beide weergaven 'Preview' en 'Bewerken'.
2	Preview: zo ziet het diskmenu er uit als u de uiteindelijke disk in de speler plaatst.
3	Afstandsbediening voor het testen van de menufuncties.
4	Categorieën: hier kunt u verschillende soort menusjablonen openen.
5	Menusjablonen: deze sjablonen kunt u direct gebruiken voor uw menu. In de weergave 'Bewerken' kunt u ook de elementen van verschillende sjablonen met elkaar combineren.
6	Branden: hier opent u de diskselectie-dialoog.

Preview en bewerken

Photostory deluxe heeft twee verschillende weergaven voor de vormgeving van het diskmenu.

Het hoofddoel van de previewmodus is zich bijvoorbeeld als een dvd-speler of Blu-ray speler te gedragen, zodat een controle van het diskmenu onder realistische voorwaarden mogelijk is.

Sjablonen kunnen uitsluitend geladen worden, een verdere bewerking van de diskmenu's is niet mogelijk.

Bij Bewerken heeft u de mogelijkheid voor de vormgeving van het diskmenu. Ook hier staan u de sjablonen ter beschikking die na het laden eenvoudig aan te passen zijn.

Afstandsbediening

De virtuele afstandbediening is een belangrijk hulpmiddel om het gedrag van de uiteindelijke disk te controleren. De afstandsbediening bestuurt de preview op dezelfde manier als een echte afstandsbediening de video op de monitor of tv bestuurt, wanneer u de uiteindelijke disk met uw project in de speler plaatst. U kunt nu ook door de dvd-menu's navigeren met de pijl- en OK-toetsen. Geactiveerde knoppen worden geaccentueerd.

De cijfertoetsen selecteren een entry uit de menupagina. Alle menu-entry's zijn voorzien van overeenkomstige getallen. Binnen een hoofdstukmenu wordt de weergave vanaf het hoofdstuk gestart, in het filmmenu wordt naar het bijbehorende hoofdstukmenu (indien beschikbaar) geschakeld of de weergave van de slideshow gestart.

Navigationstasten: Diese Tasten dienen zur Navigation im Menü der zu brennenden Disc. Es kann zwischen den einzelnen Einträgen gewechselt und mit „OK“ bestätigt werden. De afstandsbediening gedraagt zich als een van van een echte dvd-speler.

Skip/bladeren vooruit/terug: tijdens het afspelen wordt naar de volgende/vorige scène gesprongen. In het menu kunt u daarmee naar een andere menupagina bladeren.

Play: de weergave wordt gestart bij de eerste menu-entry. Indien hoofstukmenu's beschikbaar zijn (zie menumodi), wordt eerst het hoofdstukmenu geopend.

Als u dan nog een keer op de toets Play klikt, wordt de weergave gestart.

Stop breekt de weergave af.

Disk brengt u naar de eerste pagina van het diskmenu.

Sub gaat naar het hoofdstukmenu (indien beschikbaar) van de actueel geselecteerde slideshow.

Photostory deluxe kan uw slideshows van een grafisch keuzemenu voorzien. Het menu wordt op de disk meegebrand en verschijnt wanneer u de disk in uw afspeelapparaat plaatst. Net als bij een dvd of Blu-ray Disc die u in de winkel koopt, kunt u hier aan de hand van previewbeelden eenvoudig uw films uitkiezen of naar bepaalde scènes binnen een film gaan.

Menusjablonen

Onderaan het beeldscherm ziet u een reeks kant en klare menusjablonen. Aan de linkerrand bevindt zich een boomstructuur om het soort menusjabloon te selecteren.

Geanimeerd: deze sjablonen bevatten achtergrond- en introductievideo's en muziek. De bedieningselementen van de dvd-menu's worden in verschillende toestanden (met bijv. geselecteerde knoppen) weergegeven. Deze sjablonen zijn geschikt voor dvd's.
Statisch: hier vindt u sjablonen die eveneens geschikt zijn voor dvd's. Ze bestaan uit normale achtergrondbeelden en bedieningselementen.
Individueel: deze sjablonen passen zich aan uw project aan, dat betekent dat de door u gebruikte foto's direct in het menu worden geïntegreerd.

OPMERKING Für diese Menüs müssen unter „Menügestaltung“ beide Modi „Filmmenü“ und „Kapitelmenü“ eingeschaltet sein.

HD(DVD, Blu-ray, AVCHD): deze sjablonen bevatten haarscherpe achtergrondafbeeldingen met een hoge resolutie die bijzonder geschikt zijn voor HD-televisieapparaten.

Als u een groep menusjablonen heeft gekozen, kunt u de horizontale scrollbalk gebruiken om alle beschikbare sjablonen te bekijken. U heeft meerdere mogelijkheden om de sjablonen te gebruiken:

Wanneer u een sjabloon voor alle menupagina's wilt gebruiken, klik dan bovenin de sjabloonbalk op 'Compleet' en selecteer vervolgens de sjabloon van uw keuze met een dubbelklik. Daardoor wordt de sjabloon in zijn geheel overgenomen.
U kunt ook verschillende elementen van verschillende sjablonen met elkaar combineren. Als u bijvoorbeeld het lettertype van een sjabloon met de achtergrond van een andere lay-out wilt combineren, kiest u eerst 'Tekst' en klikt dan dubbel op de sjabloon met de gewenste tekst. De preview in het midden toont u meteen het resultaat.

U kunt de lay-out (of afzonderlijke lay-out-elementen) zowel voor het actuele menu (film- of hoofdstukmenu) als voor alle menu's laden.

	Met deze knop laadt u de actuele selectie voor het gehele diskmenu. Een klik op de kleine pijl naast de knop opent een menu met extra opties bij de toepassing op de actuele menupagina.
	Hier kunt u de beeldschermverhouding (breedbeeld of 4:3) voor de menu's van de disk instellen.
	Start de preview voor de menu-animatie

Diskmenu bewerken

De previewfoto's en menutitels kunt u binnen de programmamonitor verplaatsen. Het menu kunt u eenvoudig bewerken.

Activeer hiervoor de knop 'Bewerken'.

Tekstvelden en grafische elementen sleept u met ingedrukte linkermuisknop naar de gewenste positie. Door slepen met de hoeken en kanten van het positiekader kunt u de grootte aanpassen.

1	PSD-Import/-Export: Ein Klick auf diese Schaltflächen importiert bzw. exportiert eine selbstgestaltete Menüvorlage als PSD-Datei
2	Ongedaan maken/herstellen: hiermee kunt u de laatste bewerkingen ongedaan maken. / Het onmiddellijk eerder uitgevoerde ongedaan-makencommando kan hersteld worden.
3	Beeldverhouding vastleggen: om vervormingen te vermijden, kunt u de beeldverhouding van de menu-elementen vastleggen.
4	Groeperen: menu-elementen worden samen met beschrijving en nummer verschoven of geschaald.
5	Tv-weergavegedeelte aan de programmamonitor toevoegen: met deze optie worden de beeldranden van de televisie als lijnen op de programmamonitor weergegeven.
6	Raster: hier kunt u de positiekaders exact bepalen. Met de kleine pijl naast de knop kunt u een dialoog oproepen voor het nauwkeurig instellen van het raster.

Navigatie

Alle films worden als eerste ingang weergegeven. Het bijbehorende menuniveau is het filmmenu.
Alle scènes worden als twee ingangen rechts daarnaast weergegeven. Het bijbehorende menuniveau is het hoofdstukmenu.

Wanneer u het rode haakje uitschakelt, deactiveert u de betreffende ingang in het hoofdstukmenu. De scènes worden natuurlijk nog steeds weergegeven, maar zijn niet meer direct in het menu te selecteren.

Wanneer u dubbel op bovenliggende filmentry klikt, opent u de preview van het filmmenu.
Wanneer u dubbel op een van de hoofdstukken klikt, opent u de preview van het hoofdstukmenu.

Diskopties

Hier kunt u bepaalde onderdelen of zelfs hele menu's in- en uitschakelen.

OPMERKING Um abwechslungsreiche Vorlagen zu schaffen, enthält nicht jede Vorlagen alle Elemente.

Introvideo: met deze knop kunt u video's laden om deze als intro voor de disk te gebruiken. De volgende indelingen worden ondersteund: *.AVI, *.MPG, *.MXV, *.VOB. Het intro wordt afgespeeld zodra de disk in de speler is geplaatst. Vervolgens verschijnt het menu. Een vinkje bij 'Overslaan verhinderen' zorgt ervoor dat de introvideo na het plaatsen van de disk steeds volledig wordt afgespeeld en niet kan worden overgeslagen met behulp van de afstandsbediening.

Slideshow- & fotomenu

Het diskmenu bestaat principieel uit twee lagen.

Filmmenu: het hoogste niveau wordt gevormd door het filmmenu, dat alleen wordt gebruikt als een project meerdere slideshows bevat.

Hoofdstukmenu: dit is de onderste laag van het diskmenu die de foto's (eerste spoor in de tijdlijnmodus) van een slideshow als menu-entry overneemt.

BELANGRIJK Ein Kapitelmenü kann maximal 99 Einträge enthalten. Wanneer een slideshow meer foto's bevat, brandt u de slideshow of zonder hoofdstukmenu of deelt u deze op.

Previewfoto's: toont of verbergt de previewfoto's in het diskmenu.

Nummering: de getallen van de menu-entry's kunnen direct met de afstandsbediening geselecteerd worden, dit werkt soms echter storend. U kunt ze met deze optie verbergen of tonen.

Kader: de previewfoto's zijn voorzien van kaders. Mocht u deze optie willen uitschakelen dan kan dit middels deze optie.

Pagina vormgeven

Achtergrond: hier heeft u drie mogelijkheden om een statische achtergrondafbeelding voor het menu te maken:

U kunt een kleurwaarde voor de achtergrond instellen.
U selecteert een afbeeldingsbestand op de harde schijf of een van de bijgeleverde achtergronden
U selecteert een bepaald frame in het project.

Huidige menusjabloon bewerken: opent de PSD-editor die is ingesteld onder Padinstellingen om het menusjabloon daarin aan te passen.

Op alle pagina's gebruiken: draagt de wijzigingen op de huidige menupagina over op alle andere pagina's van het menu.

Menupagina's toevoegen/verwijderen

Een nieuwe menupagina wordt toegevoegd.

De geselecteerde menupagina wordt verwijderd.

Geanimeerde keuzemenu's

Diskmenu's kunnen van audiovisuele animaties worden voorzien. De achtergrondvideo wordt indien gewenst eindeloos herhaald afgespeeld, zolang het menu op het beeldscherm aanwezig is. Ook achtergrondmuziek in verschillende formaten of achtergrondfoto's kunnen voor het menu worden gebruikt.

Geluid/muziek: laad een muziekbestand om dit voor de animatie van de menu-achtergrond te gebruiken.

Video: laad een video- of afbeeldingsbestand om dit voor de animatie van de menu-achtergrond te gebruiken. Naast de mogelijkheid voor het achtergrondbeeld (zie boven) kunt u een gedeelte (sequens) uit een geladen slideshow of uit een ander videobestand gebruiken.

Opties voor achtergrondvideo's:

Geanimeerde menuknoppen creëren: de previewbeelden voor de afzonderlijke films in het filmmenu worden als kleine films weergegeven. Met de schuifregelaars van de sequens-optie wordt het beginpunt en de lengte van de animatie ingesteld.

Audiospoor van de video gebruiken: het audiospoor van de achtergrondvideo wordt voor het menu gebruikt.

Menuanimatie in loopmodus afspelen: de achtergrondfilm (audio en/of video) wordt als loop afgespeeld.

Lengte van de menuweergave wordt bepaald door: video/audio of steeds het langste medium. Hier bepaalt u hoe lang de achtergrondvideo is. Het andere medium wordt dan als loop weergegeven.

Knop vormgeven

In Photostory deluxe kunt u alle knoppen en alle bijbehorende menu-elementen eenvoudig bewerken.

	Met deze knop of met een dubbelklik op de menu-optie kunt u zelf gemaakte menu-opties bewerken. Daarvoor wordt de dialoog met de Eigenschappen van de menu-optie geopend.
	Über diese Schaltflächen können Sie ein externes Programm zum weiteren Bearbeiten des ausgewählten Menüelements öffnen.
	Op alle objecten toepassen: past de eigenschappen van de geselecteerde knop toe op alle overige knoppen.

Knoppen toevoegen/verwijderen

Een nieuwe knopentry wordt toegevoegd.

De geselecteerde knopentry wordt verwijderd.

Om het doel van een menu-entry te testen, kiest u de gewenste menu-entry en klikt u op deze knop.

Eigenschappen van de menu-entry

Met een dubbelklik op een previewbeeld of een menu-entry opent u een dialoog, waarmee u de menu-entry kunt wijzigen of het previewbeeld kunt selecteren.

In het tekstinvoerveld kunt u een tekst voor de geselecteerde menu-entry invoeren.

Tekstgrootte: hier stelt u de hoogte van de tekst in punten in.

Tekstkleur: hier kunt u de voorgrondkleur van de tekst instellen.

Lettertype: hier kunt u instellen, welk lettertype en welke stijl (vet, cursief etc.) u wilt gebruiken.

Rand: hier geeft u uw tekst een gekleurde rand. U selecteert de kleur met behulp van het kleurveld, en geeft de grootte van de rand op in pixels.

Schaduw: hier kunt u de grootte en de kleur van een schaduw instellen voor onder de tekst.

3D-effect: als u uw tekst driedimensioneel wilt laten verschijnen, kunt u hier de breedte, de hoogte en de kleur van het 3D-effect instellen.

Op alles toepassen: met uitzondering van de tekst worden alle instellingen op alle entries in het actuele menu toegepast.

Frame uit video gebruiken: met de schuifregelaar kunt u een frame uit de video uitzoeken, dat gebruikt wordt als previewbeeld. De numerieke invoervelden zijn als volgt ingedeeld: uren;minuten;seconden;frames (enkele beelden).

Andere graphic gebruiken: hier kunt u ook eigen Bitmaps voor uw menubeelden laden.

OPMERKING Het kan zijn dat sommige menusjablonen geen menuplaatjes bevatten. Een wijziging van het menubeeld heeft dan ook geen zin.

Hier kunt u aangeven welke handelingen aan het einde van de afgespeelde slideshow moeten worden uitgevoerd. U hebt de keuze uit:

Weergave stoppen: deze optie is afhankelijk van de gebruikte dvd-speler. De meeste dvd-spelers laten na het afspelen het eigen menu van de dvd-speler zien (of een achtergrondafbeelding).

Sprong naar filmmenu/hoofdstukmenu: u gaat terug naar het laatste weergegeven menu.

TIP Falls sich eine der beiden Optionen nicht auswählen lässt, sollten Sie prüfen, welchen Menümodus eingestellt ist.

Sprong naar de volgende film: de volgende slideshow wordt zonder verdere acties afgespeeld.

Slideshow in loop-modus afspelen: u kunt elke slideshow ook als loop op een mini-dvd of dvd branden. Dat betekent dat de slideshow zolang in een loop wordt afgespeeld, tot u met de afstandsbediening naar de volgende menu-entry gaat of de weergave stopt. Op deze manier verandert u uw televisie bijvoorbeeld in een aquarium, een open haard of wat u ook maar oneindig wilt bekijken.

OPMERKING Diese Option funktioniert nur bei DVDs bzw. Mini-DVDs!

Schijfruimte

Als u wilt weten hoeveel opslag u nodig heeft voor verschillende encoderinstellingen, kunt u voor het branden enkele tests uitvoeren. Om bij zulke tests geen beschrijfbare disks te verspillen, kunt u de optie 'Simulatiemodus' activeren.

U kunt beste een kort (bv. vijf minuten) diskproject als voorbeeld aanleggen en simuleer enkele keren het brandproces met verschillende instellingen Na elke simulatie kunt u de grootte van het gemaakte bestand op de harde schijf vinden.

Vervolgens kunt u berekenen hoeveel ruimte er nodig is voor uw hele project. De ingenomen ruimte bij een project van vijf minuten zou u bijvoorbeeld met 20 moeten vermenigvuldigen om te weten te komen hoeveel ruimte een slideshow van 100 minuten zou innemen. Tel er bovendien nog wat buffer bij op voor het Selectiemenu.

Project over meerdere opslagmedia verdelen

Automatisch: wanneer een project meer geheugen nodig heeft dan op de disk ter beschikking staat, verschijnt voor het branden een vraag of het project automatisch over meerdere opslagmedia moet worden verdeeld. Bevestig deze dialoog met 'Ja'. Vervolgens wordt het project automatisch in afzonderlijke projecten opgedeeld die na elkaar op meerdere opslagmedia worden gebrand. Dit proces is voor u het gemakkelijkste omdat alles automatisch verloopt en u alleen nog uw lege disks hoeft te plaatsen.

Handmatig:

Situatie 1: wanneer meerdere slideshows niet samen op een opslagmedium passen.

In dit geval verwijdert u zoveel slideshows uit het project dat de overgebleven slideshows op het opslagmedium passen. De andere slideshows kunnen in een tweede stap in een nieuw project worden geladen en gebrand.

Ga terug naar de 'slideshow'-interface.
Voor alle slideshows die op het moment niet moeten gebrand, moet een eigen project worden gemaakt. Sla deze apart op de harde schijf op (menu 'Bestand > Slideshows beheren > Slideshowbestand exporteren', bijvoorbeeld onder de naam 'Part2' en 'Part3').
Verwijder de gewenste slideshows (bijvoorbeeld 'Part2' en 'Part3' uit het project (menu 'Bestand > Slideshows beheren > Uit project verwijderen').
Ga naar de interface 'Branden' en brand de eerste slideshow ('Part1') op disk.
Maak een nieuw project (knop 'Nieuw'), ga naar de interface 'Bewerken' en laad de tweede slideshow ('Part2').
Ga naar de interface 'Branden' en brand de tweede slideshow op disk.
Herhaal de laatste beide stappen voor iedere verdere apart opgeslagen slideshow.

Situatie 2: wanneer een extra lange slideshow niet geheel op het opslagmedium past. In dit geval moet u de slideshow in twee of meerdere delen opsplitsen die apart op het opslagmedium moeten worden gebrand.

Ga terug naar het werkveld 'Slideshow' en plaats de afspeelmarker op de plaats waar u de slideshow wilt splitsen. Selecteer in het montagemenu van de gereedschapsbalk de optie 'Slideshow splitsen'.
Alle passages achter de afspeelmarker worden uit de te lange slideshow verwijderd en als aparte slideshow opgeslagen. Beide slideshows benadert u via het tabblad Slideshow in de Arranger. Sla beide separaat op de harde schijf op (menuoptie 'Bestand > Slideshow beheren > Bestand exporteren', bv. onder de naam 'Part1' en 'Part2').
Verwijder een van de beide slideshows (bijvoorbeeld 'Part2') uit het project (menuoptie 'Slideshows beheren > Uit project verwijderen').
Ga naar de interface 'Branden' en brand de eerste slideshow ('Part1') op disk.
Maak een nieuw project (knop 'Nieuw'), ga naar de interface 'Slideshow' en laad de tweede slideshow ('Part2').
Ga naar de interface 'Branden' en brand de tweede slideshow op disk.

Diskselectie-dialoog

In de preview-weergave opent u de diskselectie-dialoog met de grote knop 'Branden'.

In de weergave 'Bewerken' bereikt u dezelfde dialoog met deze knop.

Hier selecteert u wat voor een disk u wilt maken.

Dvd is het juiste formaat voor projecten die op een gewone dvd-speler moeten worden afgespeeld.

De formaten Blu-ray en AVCHD zijn geschikt voor weergave op beeldschermen met een hoge resolutie.

Branddialoog voor dvd-speler

Hier kiest u uw brander en het soort informatiedrager uit. Als u verstand heeft van encoders, kunt u deze ook aanpassen bij de encoder-instellingen, als de voorinstellingen voor de encoder niet voldoen.

Bij het branden van een Blu-ray Disc kiest u onder 'Soort informatiedrager' of de MPEG-2-codec moet worden gebruikt, of de geavanceerdere, maar meer rekenkracht vragende H.264-codec. Indien geactiveerd is standaard H.264 ingesteld, anders de MPEG-2-codec.

Zum Brennen einer Disc gehen Sie folgendermaßen vor:

Brenner und Brenngeschwindigkeit einstellen: Wenn Sie mehrere Brenner installiert haben, können Sie über das entsprechende Auswahlmenü ein Gerät auswählen.

Encoder-instellingen: via de knop 'Encoder'-instellingen bereikt u een keuzedialoog, waarin u de eigenschappen van de MPEG-encoder (bestandsgrootte, kwaliteit en duur van de MPEG-conversie) kunt instellen. Via 'Geavanceerd' komt u bij de dialoog 'Geavanceerde instellingen'. Hier kunt u de MPEG-encoder gedetailleerder instellen.

Brandproces/video-encodering starten: de knop 'Brandproces starten' start het brandproces. Bij elke brandproces en bij elke simulatie voor wordt het project eerst gecodeerd. Let er op dat het MPEG-bestand na het branden niet van de harde schijf wordt gewist. Al naar gelang de lengte van het diskproject kan het coderings- en brandproces zeer lang duren. U kunt de benodigde tijd in de dialoog aflezen.

ISO-image maken

Om gemakkelijk een ISO-beeld te maken, kiest u onder 'Brander' het item 'Image Recorder'. Als het brandproces begint moet u een naam voor het imagebestand dat u wilt maken vastleggen.

Opties

Simulatiemodus: wanneer u niet zeker weet welke brandsnelheid u moet selecteren of hoeveel ruimte er op de disk nodig is, kunt u een testvoortgang simuleren.

Bufferleegloop-bescherming activeren: veel branders ondersteunen technieken om de beruchte 'buffer-underruns' te verhinderen. Met deze optie kunt u deze bescherming activeren en met hoge snelheid branden, zonder dat u bang hoeft te zijn voor een mislukte disk.

Dvd/cd-rw-media volledig formatteren: deze optie formatteert rw-media en wist daarbij alle data.

Computer uitschakelen na brandproces: activeer deze optie, om de computer na de encoding en het branden automatisch uit te laten schakelen. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld 's avonds deze procedure starten, zonder dat u hoeft te wachten tot de schijf is gebrand om de computer dan nog uit te zetten.

DVD-compatibel minst. 1 GB branden: sommige DVD-spelers hebben problemen met DVD's die minder dan 1 GB aan data bevatten. Met deze optie wordt uw dvd tot de grens van een GB verder gevuld met 'lege gegevens', zodat dergelijke problemen niet optreden.

Standaard-dvd op dezelfde disk branden: bij een WMV HD-disk kunt u met deze optie naast de WMV HD-video nog een normale dvd-video op dezelfde disk branden. Op deze manier kunnen uw WMV HD-disks ook op normale stand-alone dvd-spelers worden afgespeeld. Zie MultiDisc.

Defectmanagement van de brander inschakelen: als er zich een fout op de disk bevindt, wordt dit door de brander herkend en gekenmerkt, waarna er op die plek geen data worden opgeslagen.

Gegevens na het schrijven controleren: hiermee laat u de schijf na het branden op fouten controleren.

Cd/dvd-titel: dat is de titel van de disk, zoals die als stationsnaam op de computer wordt weergegeven. Standaard is hier de projectnaam van de disk ingesteld.

Encoder-instellingen

Via de knop 'Encoder-instellingen...' bereikt u een keuzedialoog, waarin u de eigenschappen van de MPEG-encoder (bestandsgrootte, kwaliteit en duur van de MPEG-conversie) kunt instellen.

Preset: Hier finden Sie nützliche Voreinstellungen für den ausgewählten Disc-Typ. Hier einige Presets am Beispiel einer DVD:

Longplay-dvd video	Dvd met extra lange speelduur. Hiervoor wordt de bitrate gereduceerd ten koste van de beeldkwaliteit.
Longplay-dvd audio	Dvd met extra lange speelduur voor muziek. Hiervoor blijft de bitrate, en daarmee de kwaliteit, voor het geluidsspoor optimaal.
Standaard-dvd	Normale dvd
Breedbeeld dvd	Normale dvd in 16:9-formaat

OPMERKING U kunt bij alle instellingen kiezen tussen NTSC (VS en Japan) en PAL (Europa).

Bitrate: de bitrate bepaalt de grootte van het uiteindelijke videobestand. Hoe hoger de bitrate, des te groter het bestand en des te korter wordt de maximale speelduur van de film per disk.

Bitrate aanpassen: er wordt een schatting van de bestandsgrootte van de voltooide video gegeven, uitgaande van de ingestelde bitrate. Als de video niet op de disk zou passen, wordt de bitrate aangepast.

Kwaliteit: hier bepaalt u de kwaliteit van de encodeerprocedure. Hoe hoger de kwaliteit, des te beter ziet de voltooide video eruit. Het encoderen zal echter overeenkomstig langer duren.

Smart Rendering: met Smart Rendering wordt de encodeertijd voor MPEG-bestanden beduidend ingekort. Bij het maken van MPEG-bestanden worden dan namelijk alleen die delen van de film opnieuw geëncodeerd, die in het programma zijn gewijzigd (bijvoorbeeld door video cleaning of effecten). De MPEG-bestanden in de film moeten hetzelfde formaat hebben, d.w.z. bitrate (variabel of constant), beeldresolutie en videoformaat moeten overeenstemmen.

Anti-interlacefilter: activeer deze optie alleen voor een weergave op het beeldscherm van de tv, daar worden flikkeringen bij kleine structuren gereduceerd.

Video-effecten op GPU berekenen: u kunt het exporteren versnellen door de video-effecten op de grafische kaart te laten berekenen. Momenteel geldt dit voor helderheid, gamma, contrast, kleur, verzadiging, beeldgrootte, uitsnede- en positioneringseffecten en voor verschillende overgangen en mixeffecten. Houd er rekening mee dat bijvoorbeeld externe effect-plug-ins of ingewikkelde effecten op de CPU moeten worden berekend en deze optie in die gevallen geen snelheidvoordeel oplevert.

OPMERKING Deze functie is speciaal geoptimaliseerd voor grafische kaarten van NVIDIA. In bepaalde omstandigheden bereikt u ook bij andere grafische kaarten een hogere snelheid bij het berekenen van effecten.

3D-modus: als uw project 3D-materiaal bevat dat bewerkt is met Stereo3D, kunt u hier selecteren in welke modus dit op de disk wordt gebrand. 3D is standaard uitgeschakeld.

Om terug te gaan naar de standaardinstellingen klikt u op de Reset-knop.

Via 'Geavanceerd' komt u bij de dialoog 'Geavanceerde instellingen'. Hier kunt u de MPEG-encoder gedetailleerder instellen. Lees hiervoor in de bijlage 'MPEG-1/2-encoderinstellingen' en 'MPEG-4-encoderinstellingen'.