Weergave- en animatie-effecten

Grootte/positie/rotatieGesloten

Met dit effect kunt u de grootte, positie en rotatie in de ruimte van een object (video, afbeelding, titel...) aanpassen.

U kunt de grootte en positie ook visueel aanpassen met de handgrepen op de programmamonitor:

  • de rode handvatten regelen de breedte

  • de gele hendels regelen de hoogte

  • met de grijze hendels in de hoeken stelt u beide tegelijk in

OPMERKING

Als u met het ankerpunt wilt werken, verplaats dan eerst het ankerpunt voordat u de positie of rotatie verandert!

Maat

Hier stelt u de grootte van het geselecteerde object in.

Filmgrootte Het voorwerp wordt geschaald naar de grootte van de film.
Originele grootte Het object wordt op zijn oorspronkelijke grootte weergegeven.
Breedte en hoogte

Gebruik de invoerknop om een absolute (px) of relatieve waarde (%) in te voeren voor breedte en hoogte. De relatieve waarde verwijst naar de filmgrootte, de absolute waarde naar de grootte van het object.

Klikt u de eenheid om te schakelen tussen pixels en procenten.

Het object wordt teruggezet naar filmgrootte.
Invoervelden verbinden Activeer deze optie om de hoogte- en breedte-verhouding te behouden.

De schaling vindt altijd plaats rond het ankerpunt in elke richting. Als u het element comprimeert of uitrekt, wordt het gebied in het beeld op het ankerpunt niet verplaatst.

Positie

Horizontaal / Verticaal

Met deze waarden verplaatst u het object ten opzichte van zijn ankerpunt. Voer een absolute (px) of relatieve waarde (%) in om de positie van het ankerpunt in te stellen. Het voorwerp beweegt afhankelijk van het eerder ingestelde ankerpunt.

Klikt u de eenheid om te schakelen tussen pixels en procenten.

De positie van het object wordt zo verplaatst dat het ankerpunt op 0 wordt teruggezet en horizontaal of verticaal op het midden van de film wordt gecentreerd.

Met deze knop kunt u het object gemakkelijk uitlijnen met een klik.

Het voorwerp wordt op de respectieve hoeken van de film geplaatst.
Het voorwerp wordt aan de linker- of rechterrand van de film geplaatst, maar de hoogte wordt niet verschoven.
Het voorwerp wordt aan de boven- of onderrand van de film geplaatst, maar de breedte wordt niet verschoven.
Het voorwerp is uitgelijnd in het midden van de film.

Om de positie visueel aan te passen, klikt u op het object en verplaatst u het met de muis naar de gewenste positie.

Wanneer het object wordt verplaatst, wordt ook het ankerpunt verplaatst.

Rotatie

Het vlak waarop het element is opgesteld kan worden geroteerd rond de drie ruimtelijke assen (X, Y, Z). Het ankerpunt dient ook als het draaipunt. De draaihoek kan rechtstreeks worden ingesteld met de drie bedieningselementen of worden ingevoerd in graden ° in de waardevelden. De ingestelde rotaties worden na elkaar toegepast. De volgorde die hiervoor wordt gebruikt, kan worden ingesteld via het selectieveld. Dit kan nodig zijn in sommige situaties wanneer u meer dan één rotatie wilt instellen of om meer dan één as wilt roteren.

Ankerpunt

Met behulp van het ankerpunt kunt u het draaipunt (middelpunt) van een figuur vrij kiezen en verplaatsen. Het ankerpunt dient als referentiepunt voor alle drie de bewerkingen.

Horizontaal / Verticaal

Voer een absolute (px) of relatieve waarde (%) in om het object ten opzichte van het ankerpunt te verplaatsen. De positie van het ankerpunt blijft ongewijzigd.

Klikt u de eenheid om te schakelen tussen pixels en procenten.

Het ankerpunt wordt horizontaal of verticaal op 0 gezet. De positie van het ankerpunt blijft ongewijzigd. Het voorwerp beweegt zo dat het horizontaal of verticaal gecentreerd is op het ankerpunt.

Met deze knop kunt u het ankerpunt gemakkelijk uitlijnen op het object met een klik. In tegenstelling tot het invoeren van de waarden, verschuift het ankerpunt en veranderen de positiewaarden. De positie van het voorwerp blijft ongewijzigd.

Het ankerpunt is gepositioneerd op de respectieve hoeken van het voorwerp.
Het ankerpunt wordt aan de linker- of rechterrand van het object geplaatst, maar niet in de hoogte verplaatst.
Het ankerpunt wordt aan de boven- of onderrand van het object geplaatst, maar niet in de breedte verplaatst.
Het ankerpunt is uitgelijnd in het midden van het object.

TIP De waarden in de waardevelden kunnen ook worden gewijzigd door ze verticaal met de muis te slepen

UitsnedeGesloten

Uitsneden kunt u gebruiken om slechts een deel van de foto of video weer te laten geven.

Uitsnede vastleggen

  1. Selecteer het object in het projectvenster.

  2. Stel de beeldverhouding in (zie Uitklapmenu).

  3. Sleep in de programmamonitor een kader en verander het met behulp van de acht handgrepen. Het kader kan worden gewijzigd afhankelijk van de ingestelde beeldverhouding.

  4. Verplaats hiervoor het kader naar de gewenste positie.

  5. Pas zo nodig de grootte en de positie van de sectie aan met de invoertoetsen.

Preview Met deze knop kunt u bekijken hoe de uitsnede er in de film uitziet. Klik nog een keer op de knop om de uitsnede verder te bewerken.
Filmgrootte De uitsnede wordt op de filmgrootte aangepast. Zo ontvangt u bijvoorbeeld een uitsnede in de beste FullHD-kwaliteit bij 4k-uitgangsmateriaal.
Uitklapmenu

In dit uitklapmenu kunt u de beeldverhouding voor de uitsnede vastleggen. Standaard wordt de beeldverhouding van het originele object als basis gebruikt (als bron).

  • Net als film

    De beeldverhouding van de film wordt gebruikt voor de uitsnede.

  • Als bron

    De beeldverhouding van het geselecteerde object wordt gebruikt voor het bijsnijden. Indien de beeldverhouding van het object afwijkt van de film, wordt in de breedte of in de hoogte een zwarte rand weergegeven.

  • Vrije proporties

    U kunt de breedte en hoogte van de uitsnede vrij kiezen.

Beeldvullend Wanneer dit is aangevinkt wordt beeldvullend op het gedeelte ingezoomd. Als de optie is uitgeschakeld, wordt alleen de uitsnede van het object binnen het kader weergegeven en de rand blijft zwart of toont de achterliggende objecten.

Opent een menu met meer opties.

Effecten op objecten toepassen

Laden van effectmaskers

Deze knop maakt de actuele instellingen ongedaan.

Camera-/zoombewegingGesloten

Met dit effect kunt u een eerder geselecteerd segment op verschillende manieren door het beeld bewegen, zodat de indruk van een camerabeweging of zoombeweging ontstaat.

Bewegen in richting

Hiermee bepaalt u de richting waarin de gekozen uitsnede resp. het gekozen beeld tijdens de onder aangegeven tijd beweegt. Daarbij zijn naast horizontale en verticale bewegingen ook diagonale bewegingen mogelijk.

Preview: toont een preview van het gedeelte op de positie van de afspeelmarker.

Vanuit segment zoomen: hierbij wordt eerst de geselecteerde uitsnede getoond en binnen de bij 'Tijd' ingestelde tijd tot volledige schermgrootte gezoomd. Wanneer u vooraf geen kader vastlegt, wordt er automatisch een centrale uitsnede van 50% van het beeld gemaakt en vergroot weergegeven.

Inzoomen naar segment: hier wordt eerst het volledige beeld getoond en vervolgens binnen de bij 'Tijd' ingestelde tijd naar de geselecteerde uitsnede verkleind. Wanneer u vooraf geen kader vastlegt, wordt er automatisch een centrale uitsnede van 50% van het beeld gemaakt en vergroot weergegeven.

Richting en duur

De hier vastgelegde optie bepaalt, op welke positie de keyframes van een bewegingseffect standaard worden geplaatst. U bepaalt de posities, waarop een beweging start en eindigt.

OPMERKING De zo automatisch geplaatste keyframes kunnen worden nabewerkt, de optie wordt dan op 'Gebruikersgedefinieerd' gezet. Lees hiervoor het gedeelte Keyframes van een effect achteraf bewerken.

Terugzetten: deze knop maakt de actuele instellingen ongedaan.

Oriëntatie/HorizonGesloten

Horizon corrigeren

Met de schuifregelaar kunt u het beeld om de eigen as draaien. Daarbij wordt automatisch zo gezoomd dat er geen zwarte randen ontstaan.

Hulplijnen weergeven: bij activering van dit haakje wordt in de programmamonitor een raster getoond, dat ter oriëntatie dient voor de horizoncorrectie .

Automatisch zoomen: deze functie is standaard geactiveerd. Ongewenste zwarte randen, die anders bij de horizoncorrectie zouden ontstaan, worden automatisch verwijderd, doordat op het beeld ingezoomd wordt.

OPMERKING Als het beeldformaat niet met het actuele filmformaat overeenkomt, zijn er al zwarte randen, die dan ook bij de horizoncorrectie niet verwijderd kunnen worden.

Roteren/spiegelen

Spiegelt het beeld in de verticale as.

Spiegelt het beeld in de horizontale as.

Roteert het beeld 90° met de klok mee.

Roteert het beeld 90° tegen de klok in.

Correctie objectiefGesloten

Met de objectiefcorrectie kunt u beeldvervormingen rechttrekken, die door lenzen in bepaalde objectieven kunnen worden veroorzaakt. Ook zogeheten 'vallende lijnen' kunnen zonder problemen worden rechtgetrokken. In het volgende voorbeeld:

Originel en afbeelding na correctie objectief

Opbouw

Lens: beïnvloed de kroming van het beeld

Uitsnede//zoomen: de zwarte randen langs de beeldranden die ontstaan door wijzigingen in de parameter 'Lens' worden rechtgetrokken met 'Uitsnede/Zoomen'.

Automatisch: de parameter 'Uitsnede/Zoomen' wordt automatisch dusdanig ingesteld, dat er geen zwarte randen meer zichtbaar zijn die door wijzigingen van de parameter 'Lens' kunnen worden opgeroepen.

OPMERKING Als u de parameter 'Uitsnede/Zoomen' handmatig wijzigt, wordt deze automatisch gedeactiveerd.

Perspectief: sterk naar boven of onder gericht beeldmateriaal heeft veelal een vervorming in perspectief die voor de mens onnatuurlijk is, er ontstaan zogeheten 'vallende lijnen'. Door deze parameter kan deze vervorming worden vereffend, het beeldmateriaal met de 'vallende lijnen' werkt dan natuurlijker.

TIP De parameters van de lenscorrectie kunnen worden geanimeerd. Dit is met name praktisch bij video's waarbij het perspectief wijzigt en daarmee bijvoorbeeld ook de 'vallende lijnen' in de tijdverloop.

3D-vervormingGesloten

Hier kunt u afbeeldingen in perspectief vervormen en verschuiven. Hierdoor ontstaat en een 3D-indruk waarbij enkele delen van de afbeelding meer naar voren dan de anderen verschijnen.

U kunt alle posities van de vier hoekpunten numeriek invoeren of in de programmamonitor met de muis wijzigen.

OPMERKING In tegenstelling tot Stereo3D vindt er geen echte 3D-positionering plaats. Het beeld wordt alleen dusdanig vervormd, dat het op een standaard tweedimensionaal beeldscherm als driedimensionaal werkt.

BewegingssjablonenGesloten

Hier vindt u complete sjablonen voor bewegingseffecten, die u op uw projecten kunt toepassen.