Mixer
De mixer kan met de toets 'M' of van het toetsenbord of via het menu 'Vensters' > 'Mixer') worden geopend.
Mixerkanalen
In de mixer wordt elk spoor van het projectvenster vertegenwoordigt met een overeenkomstig mixerkanaal. Het mixerkanaal biedt een reeks mogelijkheden die audiosignalen van de objecten in het spoor gezamenlijk reguleren.
Effecten: hier wordt het audio-effect-rack van het overeenkomstige spoor geopend.
Auto: activeert de volume- en panorama-automatisering van het overeenkomstige spoor.
Volume: Met de grote schuifregelaar kan het volume van het spoor worden ingesteld.
De schuifregelaar wordt als volgt fijningesteld:
- Tijdens het instellen moet de Shift-knop worden ingedrukt. Hierdoor vertienvoudigt de regeling van de schuifregelaar.
- Tijdens het instellen de muis horizontaal van de schuifregelaar weg bewegen. Hierdoor vergroot de regeling voor de schuifregelaar zich afhankelijk van de verwijdering van de muiscursor tot de schuifregelaar.
Stereo-panorama: met de draairegelaar kan voor elk spoor de stereo-positie worden gedefinieerd.
OPMERKING Met een dubbele klik op de volume- of panoramaregelaar zet u deze weer terug op de passieve basisinstelling, waarbij geen computercapaciteit wordt verbruikt. Door nogmaals te dubbelklikken keert u weer terug naar de laatste positie.
Solo/Mute: de 'Solo'-knop schakelt de geluidsweergave van een spoor in de solo-modus, dit betekent dat bij alle niet 'solo'-geschakelde sporen de geluidsweergave wordt uitgeschakeld. 'Mute' dempt de geluidsweergave van het spoor.
Effectkanalen
Naast de normale mixerkanalen die overeenkomen met de sporen in het project, kunnen twee afzonderlijke effectkanalen worden gecreëerd. Het principe erachter: u kunt een signaalcomponent van een normaal kanaal naar een effectkanaal sturen, waarbij het signaalcomponent apart wordt verrijkt met verdere effecten. Dit is een gangbare praktijk bij professionele audioproductie.
Onder de knoppen Effecten en Auto zijn er in elk mixerkanaal twee effect-zendregelaars (Effect 1 en Effect 2). Hier bepaalt u hoe luid het signaal vanaf het spoor naar de beide beschikbare effectkanalen moet worden geleid.
OPMERKING De effectensporen zijn normaal gesproken in de mixer verborgen. Ze worden links naast de mastersectie weergegeven, zodra een effectzendregelaar wordt gebruikt.
![]() |
Een effectkanaal is een compleet extra mixerkanaal met volume- en panregelaars en effectenrek.
In het eerste effectkanaal is standaard de reverb geactiveerd omdat dit de belangrijkste toepassing voor zendeffecten is.
De volumeregelaar is er om het volume van het effectkanaal te regelen en komt overeen met een oude AUX-return-regelaar. De Mute-schakelaar is er om het complete aandeel van de effecten aan en uit te schakelen. Met 'Solo' kan het effectkanaal afzonderlijk worden beluisterd. De piekmeters van de sporen, die naar het effectspoor zenden worden daarbij grijs weergegeven. |
Masterkanaal
Het masterkanaal bevindt zich rechts van de afzonderlijke kanalen. Het regelt het algemene geluid en biedt opnieuw alle bewerkingsmogelijkheden: volume, panorama, plug-ins en effecten.
De effectknop en de plug-in-slots werken precies zoals in de andere kanalen. De effectknop roept hiervoor het Master-audio-effect-rack op. Met 'Reset' kunnen de volledige mixerinstellingen, inclusief de effectenkanalen naar de begininstellingen worden teruggezet.
Mastering: hier wordt de MAGIX Mastering Suite opgeroepen.
5.1 Surround: met deze knop zet u de mixer in de Surround-modus.
De beide regelaars regelen de totale geluidssterkte.
Link-knop: als u de Link-knop deactiveert, kunt u het volume van het rechter- en het linkerkanaal gescheiden instellen.
Volume- en panorama-automatiek
U kunt het volume- en het panoramaverloop voor een spoor automatiseren. Dat betekent, u kunt tijdens het afspelen de schuifregelaar voor het spoorvolume en de panoramaregelaar bewegen en deze beweging registreren. Zo kunt u bijvoorbeeld de beweging van een geluidsbron van links naar rechts simuleren en volume-aanpassingen direct tijdens het afspelen uitvoeren.
Zolang de Auto-knop in een spoor actief is, worden alle bewegingen van de volume- en de panoramaregelaar geregistreerd.
De automatisering wordt in curve-vorm in het projectvenster weergegeven en kan daar met de muis ook achteraf nog worden bewerkt.
OPMERKING De automatiseringscurven van de mixer zijn spoorgebonden, d.w.z. onafhankelijk van de objecten in het spoor.
Laatst gewijzigd op juli 09, 2025